Onze uitgedroogde en dorre bossen en heidevelden zijn nu eigenlijk even gevaarlijk als b.v. opslagplaatsen van benzine of petroleum: één vonkje vuur, en de rode haan rijdt door struiken en hei. Er ontwikkelt zich bijna geen rook meer, maar gretig schieten rode en gele vlammen omhoog en vreten zich met een grote snelheid een weg door het dorre onderhout.
Gistermiddag speelden kinderen met vuur aan de rand van het „Sibes-heech" een heuvelachtig heidelandschap onder Katlijk. Een moment later was het allemaal vuur om hen heen en huilend vluchtten de jongens naar huis.
Van alle kanten snelden omwonenden toe, om met takken en bezems het vuur in te tomen, maar tevergeefs: de wind wakkerde de vlammen aan en dreef de rode haan verder het veld in. Gelukkig had men ook dadelijk de brandweer uit Heerenveen gealarmeerd en al zaten de meeste brand-bestrijders juist „ome panne" - het liep tegen 1 uur s'middags - in recordtijd waren na de eerste melding de nevelspuit en de baby-brandspuit op de plaats des onheus.
Onder leiding van de heer J. Comello werd getracht, de brand meester te worden: de nevelspuit, zeer geschikt voor de bestrijding van dit soort branden, kreeg de oostelijke flank ten aanval; de baby-spuit, waarop niet zoveel slang kan worden gekoppeld, kon dichter bij blijven en onder de wind naar voren gaan. Het werd even hard werken voor de mannen: de grote afstanden bemoeilijkten het blussingswerk, maar na enkele uren was men de zaak meester en smeulden alleen hier en daar nog wat hoopjes na. Een vijftal hectaren hei- en struikgewas lag toen zwart en geroosterd onder de blauwe lucht.
De brand trok van heinde en verre toeschouwers. De windrichting was in zoverre gunstig, dat geen boerderijen of woningen werden bedreigd.