info
We schrijven 1942. Na verbleven te hebben op verschillende onderduikadressen, waardoor hij opgejaagd en bang werd, komt het driejarige joodse jongetje Martin Goslinski bij Roelof en Anna From in Haulerwijk terecht. Martins ouders duiken onder in Bontebok.
Al snel voelt Martin, wiens roepnaam Tino is, zich thuis in het warme nest van de Froms, waar hij twee jongere ‘broertjes’ heeft. Hij gaat mee naar de kerk en zegt braaf elke dag zijn gebedje op.

Inval

Na twee jaar, eind 1944, worden Roelof en Anna gewaarschuwd. In de buurt was bij een inval al een joods jongetje meegenomen en een inval bij de Froms kan haast niet uitblijven. De onderduikouders brengen Tino onder bij de koster in Bontebok. Kort daarna wordt er midden in de nacht op ramen en deuren gebonkt. Een groepje nazi’s stormt binnen en maant Roelof zich aan te kleden en mee te komen. De aanblik van de hoogzwangere Anna en de klaarstaande wieg doet de leider van de groep echter wroeging krijgen. Roelof mag blijven en Tino is gered. Tino’s ouders overleven de onderduik en krijgen in 1946 nog een kind, een dochter. In 1953 emigreert het gezin naar de Verenigde Staten.
Speciaal voor de uitreiking kwam Tino, die nu Martin Goslins heet, samen met zijn dochter Rachel over naar Nederland om zijn vroegere onderduikmoeder te eren. Het weerzien was zeer emotioneel, vertelt Bjintze From, de zoon van Anna, die een jaar jonger is dan Martin. Hij had via brieven en later via e-mail contact met zijn onderduikbroertje, maar tot een weerzien was het nooit eerder gekomen. ,,Mijn moeder wist dat Martin zou komen. Ze was erg opgewonden. Het weerzien was heel bijzonder. Ze omhelsden elkaar, het was echt heel ontroerend. Zeer emotioneel, ook voor Martin. In zijn speech memoreerde hij dat hij, als mijn ouders er niet geweest waren, hier nu niet had gestaan. En dan was er ook nu geen kindje geboren. Daarbij doelde hij op zijn dochter, die in verwachting is van haar eerste kind.’’ Martin Goslins is inmiddels alweer vertrokken naar de Verenigde Staten, want hij moest weer aan het werk. Wel nodigde hij Bjintze en zijn vrouw uit hem een keer op te zoeken.
Tranen

Het was Bjintze die jaren geleden zijn moeder aandroeg voor de Yad Vashem. Een bezoek aan het Yad Vashem-museum in Jeruzalem ontroerde hem tot tranen toe en deed hem besluiten haar aan te dragen. Behalve Anna From werden ook Roelof en diens vader Jan geëerd. Roelof voor het redden van Tino, Jan voor het laten onderduiken van onder anderen Albert en Greetje Silverenberg.
De drie geëerde Friezen hebben met de Yad Vashem de titel van Rechtvaardige onder de Volkeren gekregen. Hun namen zullen gebeiteld worden in de Eremuur van Yad Vashem in Jeruzalem.
,,Het is niet om te pochen’’, zegt Bjintze From. ,,Maar mijn moeder stond altijd al bekend als een heel lieve vrouw. Ze is altijd heel sociaal geweest. Maar dat blijkt ook wel, als je ziet wat ze allemaal gedaan heeft.’’

Lees verder in het Friesch dagblad >>
 Reageer >>