Bloemen worden gelegd bij het monument. |
"In de komende herfst is het is bijna 60 jaar geleden dat de personen, waarvan de namen op het monument staan, in koelen bloede werden gefusilleerd", aldus voorzitter Gerard Thijssen van Plaatselijk Belang Katlijk in zijn toespraak. Toen hij vorige week op de scholen in Katlijk en Mildam een verhaal hield over de Tweede Wereldoorlog zei één van de kinderen, "Dat is lang geleden". Maar toen er werd doorgepraat bleek dat veel pake's en beppe's de oorlog wel hadden meegemaakt en erover hadden vertelt. Voor veel mensen is hun leven bepaald door hetgeen hun in de oorlog is overkomen. Gerard Thijssen vertelt over het contact met Corrie Houtman, de verloofde van Sjoerd Stoker, die samen met René Stoker bij het kerkje begraven ligt. Sjoerd Stoker en René Bol hadden meegedaan aan de spoorwegstaking. De beide jongemannen zaten ondergedoken in Katlijk, maar werden verraden en door de Duitse bezetter opgepakt en gefusilleerd. Voor mevrouw Houtman, nu 82 jaar, is dat van grote invloed op haar leven geweest, ze is altijd alleen gebleven. Op 4 mei was ze dan het liefst alleen. Ze was uitgenodigd om bij de plechtigheid in Katlijk aanwezig te zijn, maar haar gezondheid verhinderde dat helaas.
En dan Evert Stoker. Hij is de jongere broer van Sjoerd. Hij was zeventien jaar toen zijn broer werd vermoord. In een brief schrijft hij daarover aan zijn tante. "Op 21 november kwam er een politieagent aan de deur in Utrecht met de boodschap dat onze Sjoerd was doodgeschoten." Maar de begrafenis van zijn broer in Katlijk kon hij niet bijwonen omdat hij bij aankomst met de boot in Lemmer door de Duitsers werd opgepakt. Hij heeft toen drie dagen in een cel in Heerenveen gezeten, dezelfde cel waarin zijn broer had gezeten. Daar hoorde hij ook dat Sjoerd en René 24 uur op de spoorlijn zijn blijven liggen met een bord om de hals dat ze stakers waren. Evert is later naar Australië geëmigreerd, waar hij enkele jaren geleden is overleden.
En dan de kinderen van Jelle Boersma, die ook op het monument staat vermeld. Zij hebben hun vader niet of nauwelijks gekend. En de onderduikers, die in deze omgeving een veilig heenkomen zochten en vonden. Zoals Martin Goslins, die in vier jaar tijd veertien onderduikouders heeft gehad. De laatste oorlogsmaanden bracht hij in Katlijk aan de Aaltjelaan door bij de familie Neef. Gerard Thijssen: "We hebben Martin Goslins afgelopen winter ontmoet toen hij vanuit Amerika was komen overvliegen om aanwezig te zijn bij het uitreiken van een onderscheiding door de Israëlische Ambassade aan zijn enige nog in levende zijnde onderduikmoeder. In een gesprek met Martin bleek ook weer dat de oorlog een stempel op zijn verdere leven heeft gedrukt" . Gerard Thijssen sprak de hoop uit dat de mensen schouder aan schouder gaan staan wanneer het om vrede gaat. "Christenen, koningsgezinden, moslims, republikeinen, socialisten, liberalen, of welke groepering dan ook, kijk niet naar wat ons scheidt, maar laten we kijken naar wat ons bindt. Laten we in vrede naast elkaar leven."
Kinderen van de W.A. Nijenhuisschool in Katlijk en de Tjongerschool in Mildam hebben tenslotte bloemen op de graven van Sjoerd Stoker en René Bol op het kerkhof bij het kerkje gelegd.
OPROEP: Wij zoeken de zuster van René Bol, reageren...!.